Meteen nadat Sinterklaas in Nederland was aangekomen zetten wij elke avond onze klomp. “Hedde oewen klomp al gezet”, vroegen ze dan in Chaam aan elkaar. We haalden onze klompen bij opa in de schuur aan de Ulicotenweg naast de beek. “Ik heb nog wel een paor ouwe klompen staon”, zei opa dan. Ooit waren ze geel geweest met rode strepen.
Kikker
Elke avond zetten we opa’s oude klompen voor de kachel in de hoop dat er ’s morgens wat in lag. Als dank bij voorbaat deden we er een busseltje hooi met een ‘pee’ in voor Sasmona, de schimmel van Sinterklaas. Met succes, want de ene ochtend troffen we in onze klomp een suikerbeestje aan, de andere ochtend een gevulde kikker van chocolade in gekleurd zilverpapier en dan weer een ‘taaitaaipoppeke’.
Suikerpee
Koske had geen klompen. In de plaats daarvan zette hij zijn schoen. “Det maag ommes ok”, had zijn vader gezegd. Koske had zijn schoen al een paar avonden voor de kachel gezet, maar hij moest het ’s morgens telkens doen met slechts een paar pepernoten. We adviseerden hem daarom in de plaats van een ‘mangelpee’ voortaan een ‘suikerpee’ in zijn schoen te doen. Dat hielp. “Nou brikt munne klomp”, krijste Koske.
Spreekuur
Voordat we onze laatste klomp hadden gezet reden ma en pa met de ‘Peusio’ naar de stad om Sinterklaas te ‘spreken’. Soms mochten wij mee, maar moesten we bij pa in de winkelstraat blijven terwijl ma de Sint sprak in de speelgoedwinkel van ‘Ben de Boer’ waar de goedheiligman spreekuur hield. Er hing een spannende sfeer in de stad. Vol bewondering keken we naar het uitgestalde speelgoed in de etalages die volhingen met minipietjes in fluwelen pofbroekjes, destijds allemaal van het mannelijk geslacht. Uit de luidsprekers klonken sinterklaasliedjes, gezongen door de ‘Damrakkertjes’.
Schouw
Pakjesavond op 5 december kenden wij destijds niet. Sinterklaas ‘reed’ zijn kadootjes in de nacht van 5 op 6 december. De toen nog onherkenbare pieten met vuurrode zoenlippen en gouden oorringen brachten het speelgoed dan door de ‘schouw’ bij ons naar binnen en legden het op de tafel in de voorkamer. Sinterklaas ‘reed’ ook bij opa en oma voor ons. “We gaon de klomp uithaolen”, zei ma dan, eerst bij oma en opa naast de beek in Chaam en daarna bij oma en opa aan de Noordhoek in Galder. Meestal ‘reed’ de Sint daar dezelfde pyjama’s zoals ze bij ‘Sjarre’ hadden.
Vrij
In de vroege morgen van 6 december, nadat we onze allerlaatste klomp hadden gezet, stoven we vol van verwachting in onze oude pyjama de trap af. We renden meteen door naar de voorkamer. En ja hoor, heel de tafel stond vol met speelgoed. De pieten, uitgerust met een zak, de roe en de gard, hadden eerst een tafellaken bij ons uit de keukenkast gehaald om er alles op te zetten. Het speelgoed was nooit ingepakt, maar stond altijd open en bloot op tafel, kant en klaar om meteen aangevallen te worden. Een extra bijkomend voordeel was dat we op de ochtend van 6 december vrij van school hadden.
Visjes
In zijn grote rode boek had de Sint opgeschreven of we stout waren geweest. Toch bedacht hij ons elk jaar ruim met speelgoed, variërend van bromtollen tot autootjes met een veer die je op kon winden. Ook kregen we een Viewmaster, Electro, Mecano en vingen we kartonnen visjes met een magneetje aan een touwtje. Er was altijd wel een kleurboek met Wasco’s bij. Daarnaast viel er van alles te snoepen zoals sigaretten van chocolade, snoepgeld, borstplaat, jodevet, snoepkettingen, schuimblokken en trekdrop. Het kon niet op, of zoals pa altijd zei: “Agge oewen klomp nie zet, kundem ok nie uithaolen!” – Berry van Oers (Ons Weekblad 49/2025)