Op woensdag 29 oktober kiezen we de leden van de Tweede Kamer. We zweven momenteel van debat naar debat en van peiling naar peiling. Wij werden in Chaam al vroeg ingewijd in de debatcultuur, wanneer de duivenmelkers in opa’s stalkeuken tijdens de verkiezingstijd met elkaar in debat gingen over de peilingen. “Ge kunt er gin peil op trekken”, volgens hen.
Stofjassen
De duivenmelkers spraken tegen elkaar, maar luisterden naar zichzelf. Bij opa in de stalkeuken regende het in de verkiezingstijd stemadviezen, tussen de duivenberichten door. Wij luisterden dan mee met die ‘stemwijzers’. We gingen graag in debat met de ‘politieke adviseurs’ ín hun stofjassen. Ze hadden er kijk op, want ze voorspelden ook altijd precies wanneer hun duiven landden op de klep.
Inhoud
Koske en Kriesje speelden dikwijls op de persoon. Als steuntrekkers wantrouwden ze lijsttrekkers. “Ze spekken durren eigeste zak het miste”, zei Koske. Girt ging liever voor de inhoud en eiste van Koske om zijn aantijgingen te onderbouwen met argumenten. “Wij motten bezuinigen, mar zullie verdienen op hun intje meer as wij hier mee z’n ammaolen bij mekaoren”, beargumenteerde Koske.
Beata
Rooie Piet was tegen de bezuinigingen op het welzijnswerk. Maar blauwe Sjaok had geen welzijnswerkers nodig. “Wij hebben in Chaom ommes genog aon zuster Beata”, zei hij. “Ge mot nie alleen aon oewen eigen ikke denken agge stemt, mar aon wa goed is veur òòs ammaolen”, zei Piet. Sjaok ging een eindje met Piet mee, maar voegde nog een punt toe: “Ge mot begaon zen mee ‘n aander, mar wel oewen eigen gang kunnen gaon.” Volgens Piet maakten ze hem blij met een dooie mus.
Zwevers
Chamenaren waren geen zwevers. De meesten wisten precies op welke partij ze gingen stemmen en hadden geen debat nodig. Ze stemden ‘gewoon’ op de KVP. Dat deden ze al vanaf hun 21-ste toen ze voor het eerst mochten gaan stemmen. Het maakte hen niet uit of de partij veel of weinig voor elkaar had gekregen in de voorbije jaren. “Kattelieken laoten mekaoren ommes nie in de steek”, zei opa dan.
Jongeren
Opa was er niet gerust op. Voor het eerst mochten jongeren stemmen vanaf hun 18-de in plaats vanaf hun 21-ste. “Die stemmen ommes ammaol op Wiegel, want die is ok jong en kan ’t schòòn gezeet krijgen”, zei opa. Er werd in Chaam destijds ook gestemd op ‘Mooie Barend’. Vermoedelijk door protestanten, vermoedde opa. “Det zo ik ok doen as ik er zo intje was”, legde hij dan uit.
Stemhokje
Er waren in die tijd best al wat Chaamse avonturiers die op Hafmo of ‘Jonge Gaay’ stemden. Opa vroeg zich dan altijd af wie tot zoiets in staat was. Hij zou graag met zo’n ‘dissident’ in debat gaan, maar opa kon niemand bedenken. Volgens oma kon het iedereen zijn, zelfs de buurman. “In ‘t stemhokske witte ommes nie wa ze doen”, zei ze dan.
Stokpaardjes
Wanneer Joefke langskwam waren zijn duivenmaten op hun hoede vanwege het gevaar van polarisatie. Joefke bereed dan zijn twee stokpaardjes: “Wie z’n eigen nie gedraogt d’n bak in” en “ze motten d’r eigen mar aonpassen en òòze taol leren”. Het mocht niet baten. Zelfs de kleinkinderen van Joefke spreken nu geen ‘Chaoms’ meer, terwijl ze toch gewoon op Snijders wonen.
Wolfsdonk
Er waren destijds heel wat hete hangijzers. De ziekenfondspremie mocht niet stijgen. De hoge inflatie moest gecorrigeerd worden omwille van de bestaanszekerheid. Er moest meer geld naar defensie en het onderwijs. Er werd geprotesteerd tegen gastarbeiders. Er waren te weinig woningen, maar in Chaam ging het de goede kant uit. Op 15 november stelde de gemeente 83000 gulden beschikbaar voor het bouwrijp maken van de ‘Meysberg’, de eindfase van het plan ‘Wolfsdonk’.
Stembus
En toen was het dan eindelijk woensdag 29 november 1972 en ging in het Chaamse gemeentehuis de stembus open. De KVP kreeg van de Chamenaren 764 stemmen, de VVD 258 stemmen, de PvdA 255 stemmen, de PPR 69 stemmen, de ARP 48 stemmen, D66 behaalde er 31 en 10 Chamenaren stemden op de PSP. Boer Koekoek van de Boerenpartij kreeg in Chaam 113 stemmen. “Dat ie mar op z’n perdjes let”, zei opa. – Berry van Oers (Ons Weekblad 43/2025)