Met deze week antwoord op de vraag:
Hoe komt het eigenlijk dat iemand homo of lesbisch is?
Inmiddels zijn alle geleerden het er wel over eens dat het geen keuze is, maar meer iets dat in aanleg (genen) en ontwikkeling (hormonen) gezocht moet worden. De rol van opvoeding blijkt na jaren onderzoek toch beduidend minder van belang dan aanvankelijk werd gedacht. Opmerkelijk is wel dat we ons nooit afvragen hoe iemand heteroseksueel wordt!
Hoe komt dat?
Om te begrijpen hoe een ander tot stand komt is allereerst van belang te weten dat gender identiteit en seksuele oriëntatie het resultaat zijn van een ontwikkelingsproces. Of je je man of vrouw voelt, of aangetrokken voelt tot sekse genoten is geen kwestie van zwart-wit, maar meer een groot aantal tinten grijs. Hoe komt dat?
Hormonen
De belangrijkste factor is de inwerking van hormonen op de hersenen van de ontwikkelende baby in de baarmoeder. Daar wordt in principe het fundament gelegd voor zowel identiteit als oriëntatie. Ook worden in de vroege fase van de zwangerschap de geslachtskenmerken aangelegd, ook onder invloed van de eerder genoemde hormonen. (Testosteron en Oestrogenen). Het effect van deze hormonen zien we weer terug wanneer kinderen in de pubertijd komen. Doorgaans wordt dan ook duidelijk wat de seksuele oriëntatie is. Aan het eind van de pubertijd vindt nogmaals een verhoging van hormoonspiegels plaats, waarbij de gender identiteit nogmaals wordt verankerd. Twijfels over identiteit komen echter al vaak tot uiting op jongere leeftijd. Samengevat kun je stellen dat hetero- en homoseksualiteit, maar ook biseksualiteit ‘variaties op een thema’ zijn, blijkbaar bedacht door Moeder Natuur. Onnatuurlijk is homoseksualiteit dus zeker niet, ook in de dierenwereld komt dit veelvuldig voor (aangetoond bij zeker 600 soorten, waarvan de ‘potvis’ misschien wel de grappigste is!)
Hoe zit het dan met vrouwen?
Maar homo’s zijn toch altijd mannen? Hoe zit het dan met vrouwen die op vrouwen vallen? In wetenschappelijke publicaties wordt er wel degelijk gesproken over homoseksuele vrouwen, maar dezen zijn veel beter bekend als zijnde lesbisch. Vernoemd naar het Griekse eiland Lesbos, waar vrouwenliefde ‘welig zou tieren’, aldus de mythologie. Maar ook de mannenliefde was in de Griekse Oudheid wijd verbreid en volledig geaccepteerd. Met de opkomst van het Christendom veranderde de moraal inzake seksualiteit; seks dient uitsluitend ter voortplanting en alles wat daar van afwijkt wordt als zondig of ziekelijk bestempeld. Nog steeds zijn er mensen die vanuit religieuze motieven therapieën aanbieden om mensen ‘te genezen’ van hun homoseksualiteit.
Botsautootjes of zweefmolens
Echter de publieke opvattingen over seksualiteit zijn de afgelopen decennia alleen maar vrijer geworden, gelijk opgaand met de ontkerkelijking in Nederland. Het is inmiddels de gewoonste zaak dat personen met andere oriëntaties openbare functies bekleden en inmiddels niet meer weg zijn te denken uit de wereld van kunst, cultuur en media. Hoewel hand in hand op straat lopen soms problemen geeft met mensen die minder ruimdenkend zijn! Maar dit valt te scharen onder de noemer waarmee we deze reeks begonnen; de relatie tussen vrouwen en mannen op het gebied van seksualiteit. Die relatie heeft vaak meer weg van de botsautootjes dan van de zweefmolen!
Volgende week: gender praatjes
Wiep bij de Leij (Zij/Haar)