4 juli 2022. Een zwoele zomeravond. In den hof van een van de oudste boerderijen van Riel worden wij, de leden van KBO Alphen en Heemkundekring Carel de Roy met open armen ontvangen door de gastheer van vanavond Joost Mols. Zesenveertig personen, man, vrouw, jong, oud, ouder, goed ter been of zelfs een met een rollator volgen Joost de smeedijzeren poort uit De eerste meters worden benut om elkaar bij te praten. Zo’n zomerwandeling is niet alleen goed voor lichaam en geest doch ook om de sociale contacten te versterken. Men praat elkaar bij, is blij elkaar in goede gezondheid te treffen. Natuurlijk boeit ook de omgeving, voor sommigen uit Alphen bekend, voor anderen alsof men in het verre buitenland is beland.
Joost vraagt of we enig idee hebben waarom het weiland rechts van ons een heel stuk lager ligt hiermee heeft hij gelijk onze aandacht. Dat stukje weiland werd vrúger uitgeleegd voor de steenfabriek. ‘Vruchtbare’ grond dus. Ruiken jullie wat ik ruik, zo roept Joost, we staan stil, de geur van de lindebloesem stroomt onze neusgaten binnen. Een logische vraag volgt. Hoeveel soorten lindenbomen zijn er in Nederland, en kan je er thee van zetten? Dit blijken er drie te zijn en ja, je kunt er thee van zetten.
Onze gastheer loopt zo snel als hij praat. Hij neemt ons mee richting het oudste straatje van Riel, de Goorstraat, ook wel Lommerstraatje genoemd. Een nog origineel straatje met kinderkoppen, in de volksmond bekend als kasseien. Er volgt een mooi verhaal over de families die hier in het verleden woonden, met een aantal knappe dochters, iets over verliefd zijn, een ongeluk met een fiets, een rode steen die ergens begraven zou liggen, doch door onze gastheer na veel graven nog niet boven water gekomen is.
We passeren een manege waar momenteel Oekraïense vluchtelingen hun onderkomen hebben gevonden, steken de autoweg over, en weten nu ook dat er ooit door de familie van Esch een handel-stal is gebouwd en dat daar na wat wisseling van bewoners onlangs een Finse beroemde ruiter in Riel is neergestreken.
Joost leidt ons naar landgoed Leijkant, bij de Rielenaren ook wel bekend als ‘den ‘kwaaien hoek’. Hier heerst een oase aan rust, natuurschoon en verschillende landschapsstijlen. Wat vroeger landbouwgrond was, is getransformeerd naar een spectaculair natuurgebied van meer dan 26 hectare met een groot bos, kikkerpoelen, een bloemrijk grasland, bijenknooppunt en een deel ingericht als landbouwgrond. Een deel van het landgoed is opengesteld voor publiek, waar wij ook dankbaar gebruik van maken. De naam van Eijck valt veelvuldig. Het landgoed grenst aan het Bels Lijntje, en aan de oevers van de oude Leij zie je dat dit natuurgebied veelzijdig is qua flora en fauna. Sinds de herstructurering van het gebied mag de Ley weer meanderen. We leren ‘en passant’ waarom de bomen in de top kale takken hebben, we aanschouwen de wereld befaamde koeien van boer Jos Huijbregts. Roofvogels zweven boven ons hoofd. In een lange sliert struinen we door dit buitengebied. Een bloemig pad leidt ons naar het Bels lijntje. We steken deze over en weten dat in dit stukje natuur straks de bramen rijkelijk geoogst kunnen worden. Via de Liefkenshoek lopen we weer richting Zandeind, waar de koffie met zelfgebakken cake van Ineke, maar liefst drie smaken, op ons wacht. Er volgt nog een uitleg door onze gastheer Joost over de monumentale boerderij en den hof waar we ons bevinden. Je waant je hier terug in de tijd. Voor wie wilt volgt nog een rondleiding door de boerderij. Op de valreep wordt er nog een groepsfoto gemaakt. Het leven is goed in het Brabantse land, in deze op ’t Zandeind welteverstaan. Er is een tijd van komen, en een tijd van gaan. Ieder keert weer huiswaarts, met de belofte, tot de volgende keer. Wanneer? Maandag 1 augustus. Verdere informatie over de locatie volgt.
Met dank aan de organisatoren Frans de Leeuw & Frans Willemsen en aan de gastheer en gastvrouw Joost & Ineke Mols.