Als een grootouder of ander familielid met dementie afwijkend gedrag vertoont, merken kinderen dat meestal wel op. Sommigen zullen vragen waarom opa of oma zo doet; anderen ontwikkelen er in stilte een eigen theorie over. Waarom doet ze zo vreemd? Waarom kan ik niet meer met haar doen wat ik altijd met haar deed?
Wanneer je een kind niet uitlegt dat oma of opa ziek is, kan het angstig of boos worden, ongeïnteresseerd raken, zich buitengesloten voelen of de schuld bij zichzelf zoeken.
Het is belangrijk de tijd te nemen om met je (klein)kind te praten over dementie. Houd wel rekening met zijn leeftijd en het bijbehorende begrips- en belevingsvermogen. Voor een klein kind is het waarschijnlijk voldoende om te vertellen dat oma anders doet door een ziekte in haar hoofd en dat ze hier niks aan kan doen. Oudere kinderen kun je bijvoorbeeld uitleggen wat er ongeveer in haar hersenen gebeurt. Je kan ze vertellen dat de oorzaken van dementie nog niet vaststaan en dat de ziekte ongeneeslijk is, maar niet besmettelijk. Je kunt ook uitleggen hoe moeilijk het is voor je naaste om zich een gebeurtenis, naam of woord te herinneren, om de terugweg te vinden, of een voorwerp te herkennen. Zo leert je (klein) kind begrip te krijgen voor de situatie.
Voor informatie kun je vinden op de website van Dementie Nederland
Kijk onderstaand filmpje waarop een kleinkind uitlegt hoe ze het heeft ervaren.