Geschiedenis
Parochieheilige St. Antonius Abt,
Onze parochieheilige St. Antonius Abt, Antonius mee ’t vérken zeggen wij hier, staat aan de basis van alles. 17 januari is zijn feestdag. Hij is ook de beschermheilige van het vee. Daarom kwamen op die hoogtijdag en op de zondag daarna veel pelgrims uit omliggende dorpen, vooral ook uit de agrarische sector, naar Chaam. Drukte alom. Het was dan ook kermis. Allemaal mooi te combineren met familiebezoek.
Schoenlapper Willem Verreyt
Schoenlapper Willem Verreyt uit Baarle-Nassau trok op 16 januari 1645, daags voor het Antoniusfeest dus, langs dikbesneeuwde karresporen naar Chaam. Uit de overlevering valt af te leiden dat zijn route ongeveer liep via de huidige Oude Bredasebaan, Chaamdijk en Bleke Heide. Plotseling zag hij een onbesneeuwde plek op een verhoging in de hei. Groot was zijn verwondering toen hij daar een klein houten beeldje van de H. Maagd Maria ontdekte. Hij stak het beeldje op zak en terwijl hij nog aan dat wondere voorval dacht werd hij plots staande gehouden door twee stropers die uit het niets opdoken.
Gevecht
Ze bleken ook voor andere dingen dan hazen en konijnen interesse te hebben. Brutaal eisten ze al Verreyts geld op en ook het Mariabeeldje. Verreyt zat lelijk in de nesten. Voordat hem iets werd aangedaan riep hij bliksemsnel de hulp in van de H. Maagd. Die reageerde kennelijk meteen. In het gevecht dat volgde had Verreyt de kracht de eerste overvaller zo’n oplawaai te verkopen dat die zijn geweer niet meer kon hanteren. Het maakte de tweede schurk extra giftig. Hij zette zijn geweer op Willem zijn borst en haalde de trekker over. Wonderlijk genoeg bleef Willem ongedeerd en hij zag kans het hazenpad te kiezen. Maria heeft deze moord niet toegestaan. Tegenwoordig loopt zo’n akkevietje meestal anders af.
Geschrokken en dankbaar
Willem Verreyt was niet alleen geschrokken, hij wilde ook zijn dankbaarheid tonen. Hij gaf het gevonden Mariabeeldje een plaats waar iedereen het kon vereren. In een eeuwenoude eik in het gehucht Werbeeck dat in de Belgische Kempen tot het dorp Rethy behoorde. Waarom daar ? Misschien omdat men in Chaam en ook in Baarle-Nassau en Baarle-Hertog nog onder de protestantse knoet zat. Daarom vond Verreyt het wellicht beter wat verder België in te trekken. Verder weg van het ketterse noorden. De beeldenstorm was nog niet vergeten.
In een ander verhaal is de pelgrim Jan Boutoen, een marskramer uit Rethy, de hoofdpersoon. Dat het Mariabeeld werd geplaatst in zijn woonplaats neigt naar het aannemelijke. Hoe dan ook, in beide versies zijn heel eenvoudige ambachtslieden de dragers van het verhaal. En eenvoud spreekt ook uit het simpele houten beeldje.
De oude eik
Terug naar Werbeeck. Daar liep het storm bij de oude eik. De toeloop en de verering namen zo’n grote vormen aan dat de prelaat van Tongerloo Augustinus Wichmans, zeg maar de hoogste kerkelijke baas uit die regio, besloot er een kapel te laten bouwen. Op dezelfde dag dat daarin de eerste H. Mis werd opgedragen genas zuster Elisabeth van het naburige klooster in Achel volledig van haar kwaal. Ze leed aan hevige bevingen in handen en voeten. Betere reclame kon men zich daar niet wensen. Zo’n spraakmakende gebeurtenis heeft zich bij mijn weten in Chaam nog niet voorgedaan.
Bewaking
Vanuit Chaam was aanvankelijk veel belangstelling voor het bijzondere beeldje in Rethy. Het was tenslotte op Chaams grondgebied gevonden. In Rethy vertrouwde men die belangstelling niet. Op een bepaald moment was men zelfs zo bevreesd voor een Chaamse roof dat het beeldje daar dag en nacht bewaakt werd. Misplaatst wantrouwen. Chamenaars zijn betrouwbaar. Meestal.
Ironisch genoeg werd het originele beeldje in 1974 alsnog gestolen uit de kapel van Werbeeck. In Chaam had men toen al een getrouwe kopie laten maken door beeldhouwer Thieu Doesborg uit Baarle-Nassau. Aan de achterkant daarvan is een houtsplinter toegevoegd van de originele beeltenis. Juist die splinter stelde speurders gerust. Het gestolen beeldje staat niet in Chaam.
Kapelaan Hack
In 1942 kwam kapelaan Hack naar Chaam. Pastoor Aarts wilde hem kennelijk meteen aan het werk hebben. Hij attendeerde hem erop dat in de parochiekluis ergens een geschrift moest liggen over een gevonden Mariabeeldje. Het verhaal bleek in Chaam nauwelijks bekend terwijl in Rethy een hele bedevaarttraditie daar omheen was ontstaan.
Kapelaan Hack was meteen in vuur en vlam. In zijn zondagspreek vertelde hij de Chaamse parochianen enthousiast wat zijn kluisinspectie had opgeleverd. Al gauw ontstond het plan ook hier een kapel te bouwen. Ter ere van Onze Lieve Vrouw ter Sneeuw en ook als smeekbede om als Chaamse gemeenschap goed door het oorlogsgeweld te komen.
Zoals altijd moest ook hier geld op tafel komen. Hack ging op de collectetoer bij al zijn parochianen en haalde 5000 gulden op als startkapitaal.
Passende locatie
Ondertussen werd uitgekeken naar een passende locatie. De uitkomst is bekend. Een mooiere plek is amper denkbaar. Dicht bij het dorp. Met uitzicht op velden en landerijen. Met een dennenbos als decoratie en de kronen van machtige eiken als schaduwbrengers. Het gevogelte geeft er de mooiste concerten ten beste. Onze Lieve Vrouw woont op stand.
Kerkbestuurder Toon de Rooij bood destijds het stukje grond aan. Het ging later over in handen van zijn schoonzoon Jan van den Heijning die het weer over deed aan zijn zoon Toon van den Heijning.
In 1979 werd het perceeltje als onderdeel van een grondruil eigendom van Jan van de Westerlaken. Die speelde het weer door aan de huidige eigenaar, zijn zoon Frits van de Westerlaken.
De grond bouwrijp maken, dat zou nog een hele klus worden. Er was een kuil waarin vuil werd gestort en die moest gedempt worden. Hack moest daarvoor letterlijk de boer op. Hij charterde voldoende Chaamse boeren om liefst 400 karren geel zand , zavel, te storten. Dat moest met de schop gebeuren. Een kraan was niet voorhanden. Weer andere boeren voerden met hun gierkisten water aan uit de naburige beek om de zandmassa aan te wateren. Vierhonderd karren. Dat aantal zal wellicht enige verwantschap hebben gehad met het Chaams kwartierke. Royaal genomen dus. Maar een mega-klus was het wél.
Geld, bouwrijpe grond, vergunningen, een goedgekeurde bouwtekening en de Chaamse aannemer Jan van Raak. Het was er allemaal. Kapelaan Hack kon een sigaar opsteken. Hij lag op schema. De uiteindelijke bouw was nog knap problematisch. Het was midden in de oorlog. Alles was even schaars. Maar Hack wenste niet te capituleren. Hij zette door. Alle benodigdheden wist hij bijeen te scharrelen. Niet voor niks werd hij de ‘grote versierder’ genoemd.
De bouw
Er werd gebouwd met de overtollige stenen van het Chaamse gemeentehuis. Mooi gebikte IJsselsteentjes.
Het beste eikenhout voor de bovenkant van de kapel, de kap, kwam uit de Chaamse bossen.
In Baarle-Nassau werd de praktijk van dokter Govaerts, naast Den Bonten Os, getroffen door een felle brand. Na de nieuwbouw bleek dat té royaal dakleien waren ingekocht. Kapelaan Hack kreeg daar lucht van. En zie de leien verhuisden naar de Chaamse kapel in aanbouw. Een mooie geste van de Baarlese geneesheer die ook in Chaam populair was. Hij had er veel klanten.
De glas-in-lood ramen werden in Breda opgedaan. Geruild tegen twee hazen. Misschien nog wel gestroopt ook.
De rode en blauwe plavuizen waren bedoeld voor de pastorie in Gilze maar ze pasten ook wel mooi in Chaams trots aan de Kapelweg.
Hack de grote ritselaar. Hij kreeg het met zijn vele vrijwilligers allemaal voor elkaar.
Inzegening
Op 10 oktober 1943 vond de plechtige inzegening plaats. Dat gebeurde met veel ceremonieel tijdens het lof in de kerk. Er was een bloemenpracht, de Oosterhoutse Nagtegalen zongen en aan het eind van deze plechtigheid werd het grote Mariabeeld klaar gemaakt om te verhuizen naar de definitieve bestemming aan de Kapelweg. Dat transport ging met een versierde boerenwagen via de Bredaseweg. De parochianen gingen in processie binnendoor, via de Witte Brug, naar de kapel. Voor paard en wagen was het daar allemaal te smal.
Tijdens het lof in de kerk was het een en al uitbundigheid maar eenmaal buiten hield men het sober. Je wist maar nooit of alles wel in goede aarde zou vallen bij de bezetters van ons land. De beeltenis van Onze Lieve Vrouw ter Sneeuw, 1.10 m hoog, is een creatie van de befaamde beeldhouwer Niel Steenbergen. Het is gemaakt van Franse Savonnière kalksteen.
Chaam was verguld met Onze Lieve Vrouw ter Sneeuw. Zodanig dat er ook een speciaal Marialied kwam. Meester Janus Diepstraten, hoofd van de jongensschool, zorgde voor de tekst. Bij de kinderen was hij als hoofdredacteur van het jeugdblad Zonneland bekend als Oom Adriaan. Piet van den Broek, de latere stadsbeiaardier van Mechelen, componeerde de muziek.
Dankbaarheid
Dankbaarheid. Dat valt Onze Lieve Vrouw ter Sneeuw gelukkig menigmaal ten deel. Door gebed, door een kaarsje of door een tastbare herinnering. Het is Maria allemaal even lief. Dankbaarheid spreekt ook uit de geste van de Tilburgse smid Frans van Beurden. Hij maakte en schonk in 1949 het fraaie hekwerk vóór de kapelingang. Omdat hij zo blij was met zijn Chaamse vrouw Roos Diepstraten. In datzelfde jaar schonk Luce van Lil de twee grote kandelaars die ook werden gesmeed door Frans van Beurden. Luce deed dat om haar dankbaarheid te tonen voor het feit dat haar geliefde Louis Degenaar heelhuids van zijn militaire missie in Indonesië was teruggekeerd. De KVO-afdeling Chaam betoonde bij tal van gelegenheden haar betrokkenheid. Zo werd in 1993 het informatiebord links in de kapel geschonken. De tekst is van Wout van den Hout die in diverse geschriften de geschiedenis van de kapel heel secuur beschreef.
Vrijwilligers
Onze Lieve Vrouw ter Sneeuw kan veel vrijwilligers tot haar trouwe fans rekenen. Zo werden de kosten van reparaties en onderhoud nauwelijks in rekening gebracht. Er waren spontane donaties. Tien Chaamse dames zorgen er in tweetallen voor dat de kapel wekelijks wordt schoongemaakt. Maria wordt bij die gelegenheden ook steeds weer in de verse bloemen gezet. De mannen blijven niet achter. Zij verzorgen Maria’s achtertuin en ze zijn paraat als klusjes zich aandienen. Maria kan trots zijn.
75-jarig jubileum
Vanwege het 75-jarig jubileum, kwam er extra cachet aan Onze Lieve Vrouw ter Sneeuw en haar entourage. Dat gebeurde ook in de voorbije kroonjaren. Meestal met een bijzondere eucharistieviering en een processie naar de kapel. 1993 was een bijzonder jaar. Het gouden bestaansfeest werd in stijl gevierd. Wout van den Hout deed daarvan gedetailleerd verslag in Ons Weekblad. U kunt daar straks de weerslag van zien op de tentoonstelling.
Zondag 11 juli 1954
Op zondag 11 juli 1954 werd Maria door mensen vanuit het hele dekenaat een grootse en massale hulde gebracht. Dit in het kader van het Mariajaar dat door paus Pius X11 was uitgeroepen. Het bracht in de processie naar de Mariakapel naar verluid vierduizend mensen op de been. Wellicht royaal geschat, maar tóch. Om hen te kunnen ontvangen werd het hele voorbos schoon gemaakt door de gemeentewerkers. De ruiterij ging voorop door de Kleistraat. In de processie waren vier harmonieën, de nodige koren en een keur aan notabelen. En voor deze speciale gelegenheid werd ook het originele beeldje van Onze Lieve Vrouw ter Sneeuw uit Werbeeck overgebracht. Onder bewaking.
Thijskes bos is vernoemd naar Thijs Adriaensen. Hij woonde vlakbij. Op de tegenwoordige boerderij van de familie Roelen. Thijs was overigens niet de eigenaar van het bos dat zijn naam droeg. Het stond op naam van de familie Verschuren. Velen hebben jeugdherinneringen aan deze unieke locatie.
In de meimaand was er steevast met de schoolklas een wandeling naar het kapelleke. Eerst gaf de meester of de juf wat stichtelijke woorden ten beste, het wees gegroet werd gebeden en dan stormden we als losgelaten jongvee het bos in. Hoe jonger je was, hoe groter en dieper het bos leek. Dat veranderde met de jaren. We durfden er steeds verder in.
De zandbult die daar lag als restant van het Openluchttheater had een bijzondere aantrekkingskracht als we van school naar huis fietsten. Om niet in de ovaalvormige vijver te belanden was het de kunst op tijd rechtsaf te draaien.
De flauwe bocht tussen het bos en de woning van de familie Machielsen werd vaak al koersend genomen. Dat leverde nogal eens een kapotte broek en kapotte knieën vol koolas op. De kippen die in het bos scharrelden vonden onze doorkomst kennelijk het meest geschikte moment om de oversteek naar hun hok te wagen. Chaos dus.
Thijs Adriaensen had wat excentrieke trekjes. Met de schoolgaande jeugd leefde hij nogal eens in onmin. Hem met sneeuwballen bekogelen kon hij slecht verdragen. Op een winterse morgen zette hij eens vergeefs de achtervolging op de schavuiten in. Perfect gecamoufleerd in het sneeuwlandschap. Grijs stekeltjeshaar, een grijs gekleurd onbestemd gewaad en een lange witte onderbroek. Dát beeld als achtergrond bij de kapel zou hoge ogen hebben gegooid bij de fotowedstrijd van nu. Maria heeft heel wat moeten aanzien. Vóór en ook achter haar kapel.
Traditie is dat elke dinsdag van de meimaand ’s avonds het rozenhoedje wordt gebeden. De sfeervolle bijeenkomst wordt afgesloten met het zingen van het speciale Marialied. De organisatie is in handen van Vrouwen van Nu, tot voor enkele jaren de KVO.
In mijn jeugd, lang geleden, moesten we in de meimaand elke avond aantreden bij de kapel. Geen enkele smoes kende genade bij ons moeder. De fiets op en bidden.
Buurtschap Ginderdoor
In de buurtschap Ginderdoor was het de gewoonte om bij de kapel een noveen te houden als iemand in de buurt ernstig ziek was. Het betekende dat men negen opeenvolgende dagen ging bidden voor genezing. De saamhorigheid in de buurt maakte dat elk gezin vertegenwoordigd was. Het bracht lang niet altijd uitkomst maar het was wél een steun in de rug van de familieleden. En het bracht hoe dan ook weer hoop. Bovendien lucht het op als je Maria in vertrouwen kunt nemen.
Een eucharistieviering bij de kapel is weer van deze tijd. Pastor Paes had daarbij een voortrekkersrol. Tijdens de jaarmarkt in Chaam was de kerk moeilijk te bereiken. Uitwijken naar de kapel was een optie. Zes geslaagde edities heeft men achter de rug. Het is altijd een druk bezochte sfeervolle gebeurtenis. Met koffie en cake na. Gastvrijheid siert Maria.
Verrassend veel mensen weten Onze Lieve Vrouw ter Sneeuw te vinden. Wandelaars en fietsers vinden bij haar een rustplaats. Of een picknickplaats. Of een plaats om verdriet of zorgen met Maria te delen. Of om Maria te bedanken. Gewoon contact onderhouden in slechte, maar ook in goede tijden. De kaarsjes die er dag en nacht branden geven aan dat Maria voor veel mensen betekenis heeft.
In de examentijd is het het drukst. Merkbaar aan de offerblok en aan de brandende kaarsjes. In nood leert men bidden. Of als het spannend wordt. Maar bedenk wel dat Maria uiteindelijk het proefwerk niet maakt.
Bidden is praten met God. En daar heb je geen hippe telefoon of een tablet voor nodig. Gewoon in gedachten kletsen over alles wat je bezighoudt. Dat kan rechtstreeks, maar even goed via Onze Lieve Vrouw ter Sneeuw. Gewoon ‘effe buurte’. Net als bij het SKAC.
Geschreven door: Wim van Ginneken
23 september 2018