Vandaag is het Vaderdag. Bij ons thuis kreeg onze pa op Vaderdag geen ontbijt op bed. “Ammaol flauwekul”, volgens hem. Wat pa wel kreeg was een slof Winfield. Die haalde ma dan in ‘Bels-Baol’. Daar waren ze goedkoper.
Bonanza
Op Vaderdag maakte ons moeder het lievelingsgerecht van pa klaar. Dan genoot hij van kroten met krib en van zijn cadeaus, variërend van een Terlenkabroek tot een LP van Bex Menten. Pa hoefde de hele dag niks te doen. ’s Avonds keek hij naar Sport in Beeld, Bonanza en naar ma die de afwas deed.
Engels
Pa was strandwacht op Curaçao en druivenplukker in Bordeaux. Hij velde bomen in de Chaamse bossen en was paardenmenner. Hij deed in verzekeringen en boorde waterputten. Hij hield koeien en had tuinbouw. Tussendoor werkte hij bij de Steenfabriek, de Hero en de Agpo. ‘s Avonds studeerde hij Engels, want hij wou naar ome Harry en de geëmigreerde Galderlanders in Canada.
Zondagmiddag
Pa was de hele week aan het werk. Als hij dan thuis kwam had hij weinig puf meer. Maar op zondagmiddag was pa er voor ons. Dan kamde hij zijn haar strak achterover met Brylcreem, trok zijn Ford uit de garage en reed met ons over de Goudberg en de Mark naar opa in Galder.
Weltevreden
Pa haalde zijn rijbewijs in 1949. Hij sloeg voor de eerste keer bij de jonge examinator Weltevreden. Zijn eerste auto was een lichtbeige Ford Prefect met een grote neus. De Ford had richtingaanwijzers die niet alleen knipperden als we afsloegen maar ook uitzwaaiden om de richting aan te geven.
Motorkap
Op zondagmiddag reden we met de Ford ook nog even langs de andere opa aan de Ulicotenseweg. Het was er gezellig want ome Jos uit Baarle-Nassau was daar dan met een volle wagen met neefjes en nichtjes. Toen mocht je nog op auto’s zitten. Met z’n allen zaten we dan op de grote motorkap van pa’s Ford.
Toerke
Als we geluk hadden zei pa: “We gaon ’n toerke maoken.” Hij tufte dan door de Baronie en stopte om naar patrijzen en fazanten te kijken. Pa hield van de streek. Urenlang kon hij over de weilanden turen. “Kik, daor lopt n’n haos!”, riep hij dan. Pa leerde ons wat vertrouwen is. Hij ging zelden naar ouderavonden. “As ik wul weten hoe ’t mee ‘m gaot dan vraog ik ‘t ‘m zelf wel”, zei pa.
Stekelbaarsjes
In het voorjaar nam pa ons mee naar de Generaal om kievitseieren te zoeken. In de zomer fietsten we naar de Vennigsche Brug. Aan de kant van de beek aten we dan sneeën brood met gekookt spek. We keken naar de stekelbaarsjes en vroegen ons af waar die vandaan kwamen. “Van Galder”, wist pa.
Pappadag
Van een pappadag had pa nog nooit gehoord. Hij liep niet achter de kinderwagen maar achter de kruiwagen. Pa verwisselde geen luiers maar fietsbanden. Hij waste niet af maar schepte meerdere malen op. “Ge het gin hart mar twee maogen”, zei ma dan.
Lullen
Bij ons thuis zeiden we allemaal ‘gij’ tegen elkaar. Onze hond liet zichzelf uit. Pa ging naar het werk. Wij gingen naar school en ma deed het huishouden. Pa leerde ons leven. Hij gaf iedereen gelijk, maar ging zijn eigen gang. “Laot ze mar lullen”, zei hij dan. -Berry van Oers